Misschien heb je het zelf al ervaren: om depressie uit te leggen, schiet taal tekort. Talloze schrijvers, dokters en wetenschappers hebben het geprobeerd.
Het nog altijd toonaangevende woordenboek Van Dale houdt het kort:
Een depressie is een ‘aanhoudend gevoel van neerslachtigheid’.
Wikipedia is al wat genuanceerder. Daar wordt depressie een ‘stemmingsstoornis’ genoemd, gekenmerkt ‘door een verlies van levenslust of zware neerslachtigheid’. Even doorklikken naar die stemmingsstoornis:
‘een verzamelnaam voor psychische aandoeningen waarbij de gemoedsstemming of emotie van de patiënt ziekelijk is verstoord of niet past bij de situatie waarin de patiënt verkeert.’
Zoals de meeste mensen vind je het wellicht geruststellend als je aandoening een naam krijgt. Maar psychische aandoeningen kan je zelden in een vakje stoppen. Mensen verschillen van elkaar, en ook aandoeningen evolueren in de tijd. Een behandeling die voor een bepaalde persoon goed werkt, is niet noodzakelijk geschikt voor iemand anders. Vaak hebben mensen ook last van meerdere psychische aandoeningen tegelijk.
Voor de diagnose van depressie gaan artsen, psychologen en psychiaters in eerste instantie af op de criteria van de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM), al sinds 1952 het medische standaardwerk voor psychische stoornissen. De meest recente (vijfde), herziene editie (DSM-5) verscheen in 2013. De DSM werd niet in de eerste plaats opgesteld om diagnoses te stellen, maar om te zorgen dat men over hetzelfde praat bij onderzoek.
Na een eerste informeel gesprek checkt de arts of psycholoog hoeveel DSM-criteria of symptomen van depressie aanwezig zijn.
Als je gedurende de twee voorbije weken vijf van de negen symptomen ervaren hebt, krijg je meestal de diagnose van depressie, waarbij minstens één van de symptomen een sombere stemming of verlies van interesse of plezier moet zijn.
Verder moet er sprake zijn van ‘significant lijden’ (als de klachten je dagelijks functioneren verstoren), of beperkingen in je professionele of sociale leven.
Bron: DSM-5, American Psychiatric Association
Misschien herken je jezelf of je naaste in de verschillende definities en omschrijvingen, misschien ook niet. Er zijn bij wijze van spreken evenveel vormen van depressie als er mensen zijn. Het kan iedereen overkomen, afhankelijk van de dingen die je meemaakt in het leven, de tegenslagen die je te verwerken krijgt, relatieproblemen, ziekte, verlies …
Er bestaat geen exacte definitie van depressie, de precieze oorzaken kunnen heel uiteenlopend zijn.
Depressie kan lichamelijke, neurologische, genetische en sociale oorzaken hebben, of een combinatie van die factoren. Ze hebben allemaal hun plaats in het biopsychosociaal model dat zorgverleners hanteren om de aandoening doeltreffend te behandelen.
Volgens dat model kunnen het gedrag en de omgeving vaak een bepalende invloed hebben op de manier waarop mensen hun depressie beleven. Opvoeding, medische en geestelijke trauma’s, misbruik van alcohol en andere drugs, relationele problemen, problemen op het werk, gebrek aan lichaamsbeweging … Het kan allemaal een rol spelen. Sommige mensen hebben een genetische kwetsbaarheid voor depressie. Al die factoren worden dus best ook meegenomen in de behandeling.
Als je naar je huisarts gaat met symptomen van depressie, zal die eerst en vooral goed naar je luisteren. Stelt zij of hij de diagnose van een milde depressie, dan hoef je niet per se thuis te blijven van het werk. Een strakke dagindeling, goede sociale contacten en voldoende lichaamsbeweging kunnen het herstel ondersteunen. Je drinkt best weinig of geen alcohol, en neemt ook geen andere (niet-voorgeschreven) middelen die de geest verdoven of veranderen.
Een zware of majeure depressie gaat gepaard met vijf of meer symptomen (uit DSM-5) die zich voordoen over een periode van twee weken. ‘Depressieve stemming’ of ‘verlies van interesse of plezier’ hoort daar zeker bij. Je functioneert anders dan voordien.
Elke diagnose is een momentopname. Een milde depressie kan een zware depressie worden, en omgekeerd, afhankelijk van de behandeling en de omgevingsfactoren.
Moeilijk te zeggen, maar als de symptomen langer dan twee jaar aanhouden of telkens terugkeren, krijg je wellicht de diagnose van een chronische depressie. Sommige mensen blijven daar een leven lang mee worstelen.
Misschien slaat de somberheid alleen toe in de herfst, bij het vallen van de bladeren. In dat geval is er sprake van een seizoensgebonden depressie, die na enkele weken of maanden weer overgaat. Dit komt overigens niet alleen in het najaar voor. Naast een herfstblues kennen we ook lentemoeheid.
Sommige jonge moeders krijgen na de geboorte van hun kind een postnatale of postpartum depressie. Die ontstaat meestal door de hormonale veranderingen in het lichaam na de zwangerschap. Huilbuien, hoofdpijn, een laag zelfbeeld en prikkelbaarheid zijn de belangrijkste symptomen.
Alleen op de wereld: dat is hoe je je soms voelt als je een depressie hebt. Maar je bent echt niet de enige die zich soms zo voelt. Je zou in principe zelfs kunnen zeggen dat we allemaal gevoelig zijn voor factoren die een depressie kunnen uitlokken. Of het ook echt zover komt, hangt vaak af van de omstandigheden, thuis, op het werk en in je sociale leven.
Please note, the translation with Google Translate is not always 100% correct, for which we apologize.
We offer this option to translate so that everyone has the chance to view this site in his or her own language.
Activate Translation-bar