Wat zijn angststoornissen?

Het feit dat we angst kunnen voelen is een belangrijk overlevingsmechanisme. Het helpt ons gevaar te herkennen en te vermijden. Soms gaat angst echter zo’n grote plaats innemen in iemands leven, dat men het gevoel heeft niet meer te kunnen doen wat men wilt doen. Angst kan zo verlammend aanvoelen dat je allerlei zaken gaat vermijden. Dat kan een ernstige impact hebben op de levenskwaliteit. Vaak geraken mensen ook in een vicieuze cirkel waardoor ze alsmaar meer gaan vermijden en alsmaar angstiger worden. 

In dat geval is er sprake van een angststoornis. Angststoornissen komen vaak voor: meer dan 1 op 10 mensen krijgt te maken met een angststoornis. Het is belangrijk tijdig hulp te zoeken, omdat de impact op je levenskwaliteit vaak toeneemt als je er niets mee doet. 

Angststoornissen kunnen verschillende vormen aannemen. 

Van fobieën spreken we als je angst voor iets heel specifieks ontwikkelt. Er bestaan heel veel soorten fobieën: angst voor dieren, hoogtevrees, angst voor naalden, angst om te braken, smetvrees … Een fobie hoeft niet per se problematisch te zijn. Iemand die bang is voor slangen, maar hier weinig mee te maken krijgt, hoeft deze angst niet noodzakelijk aan te pakken. Een aantal fobieën kan echter wel een enorme impact hebben op je dagelijks leven. Ze kunnen maken dat je heel veel normale zaken in het leven gaat mijden. Zo kan iemand met een hondenfobie die niet buiten durft te komen hier zo’n last van hebben dat therapie zeer zinvol kan zijn.

Bij een sociale angststoornis ben je zo bang voor het oordeel van anderen, dat je hierdoor verschillende sociale situaties zal vermijden, of heel veel zal doen om te voorkomen dat anderen een negatief oordeel zouden vellen.

Een paniekstoornis houdt in dat je geregeld paniekaanvallen krijgt, en je bang bent dat je op dat moment de controle zou verliezen of dat er iets ernstig lichamelijk mis zou lopen. Zo kan je bang zijn om een hartaanval te krijgen, te stikken of flauw te vallen, zelfs als blijkt uit medisch onderzoek dat je gezond bent.

Bij agorafobie ben je bang om op plaatsen te komen waar je denkt niet meteen weg te kunnen als je dat wilt. Deze plaatsen zijn onder andere: treinen, bussen, markten, cinemazalen, klaslokalen, in een rij moeten wachten, ver van huis zijn. Deze angst gaat vaak samen met een paniekstoornis, waarbij je bang bent om op die locatie plots in paniek te raken, en niet weg te kunnen of geen hulp te kunnen krijgen.

We spreken van een gegeneraliseerde angststoornis of piekerstoornis als iemand voortdurend piekert, overbezorgd is en vreest dat zaken fout gaan lopen. Je piekert hierbij over meerdere levensdomeinen, zoals bv. werk, relatie, financiën, gezondheid … Je voelt je hierdoor vaak gespannen en prikkelbaar en de minste aanleiding is genoeg om je enorm ongerust en angstig te voelen.

Getuigenis

Bekijk hier een getuigenis van Tine over haar angsten.

 

Behandeling van angststoornissen

Cognitieve gedragstherapie is een zeer geschikte behandeling voor angststoornissen. Het ‘cognitieve’ wijst op het uitdagen van gedachten. Je leert hierbij op te merken welke gedachten er bij jou toe leiden dat je je zo angstig voelt. Deze gedachten worden in vraag gesteld door op zoek te gaan naar bewijzen of ze al dan niet kloppen. De term ‘gedrag’ in gedragstherapie wijst op het veranderen van gedrag. Als je tot de conclusie komt dat er niet zo veel redenen zijn om aan te nemen dat je rampscenario’s uitkomen, zullen in een volgende stap oefeningen waarbij je je gedrag verandert besproken worden om echt uit te testen of je angst realistisch is of niet. Zo kan iemand met vliegangst al wel tot de conclusie gekomen zijn dat de kans wel heel erg klein is dat een vliegtuig zal neerstorten, maar is het vaak toch nodig om effectief een aantal keren het vliegtuig te nemen vooraleer men begint te voelen dat een vliegtuig nemen niet gevaarlijk is.

Een arts kan ook tijdelijk geneesmiddelen voorschrijven, meestal antidepressiva. Angstremmers en kalmeerpillen zijn vaak minder geschikt omdat ze het onderliggende probleem niet wegnemen en bovendien verslavend kunnen zijn. Na een tijdje werken ze niet meer zo goed en als je ermee stopt bestaat de kans dat de angstsymptomen in alle hevigheid terugkomen.

Bij een gegeneraliseerde angststoornis kan mindfulness ondersteunend werken. Hierbij ligt de focus vooral op het leren opmerken van je gedachten en gevoelens. Er wordt geleerd om deze niet meteen te proberen wegduwen, maar een meer accepterende houding aan te nemen ten opzichte van deze gewaarwordingen. Als je je hierin traint, zorgt dit ervoor dat je minder in het dagelijks leven wordt gehinderd door deze gedachten en gevoelens.

Wat zijn de oorzaken van angststoornissen?

De oorzaken van angststoornissen zijn vaak een combinatie van een zekere gevoeligheid om een angststoornis te ontwikkelen en ervaringen die je hebt meegemaakt. Het is niet altijd mogelijk om de oorzaak te vinden, al hoeft dit geen probleem te zijn om de angststoornis te kunnen behandelen. Vaak helpt het wel als de oorzaak gevonden wordt, omdat je hierdoor sneller begrijpt hoe de angststoornis in elkaar zit, en je sneller kan inschatten welke stappen in therapie het best gezet worden.

De oorzaken hebben vaak te maken met negatieve ervaringen die je ooit hebt gehad, waardoor je angstig bent om opnieuw hetzelfde mee te maken. Zo kan iemand met angst om te rijden ooit een auto-ongeval hebben meegemaakt.

Het is ook mogelijk dat je hebt gezien hoe anderen ergens bang voor waren, en je zo zelf een angststoornis hebt ontwikkeld. Als een van je ouders bv. erg bang was voor spinnen kan je ook zelf een spinnenfobie ontwikkelen, zonder ooit zelf een negatieve ervaring met een spin te hebben gehad.

Je kan ook bepaalde regels hebben geleerd, waardoor je een angst ontwikkelt. Zo kan je vroeger bv. van een leerkracht hebben gehoord dat je lui bent als je niet je uiterste best doet. Het is mogelijk dat je later dan bang wordt om je schuldig te voelen als je niet je uiterste best doet.

Kun je zelf iets doen bij angststoornissen?

  • Probeer in te schatten of je bepaalde zaken zo fel vermijdt of zo fel probeert te controleren dat je er zelf last van hebt.
  • Ga na welk rampscenario je hiermee probeert te vermijden.
  • Probeer in te schatten hoe groot de kans op dit rampscenario is, en of het wel echt zo erg zou zijn mocht het gebeuren.
  • Als je inschat dat de kans op het rampscenario wel erg klein is, of misschien toch niet zo erg, kan je dit uittesten door een gedragsexperiment op te stellen.
  • Bij een gedragsexperiment ga je uittesten wat er gebeurt als je iets eens niet vermijdt. Je kan hierbij zelf kiezen wat je bereid bent om uit te testen. Als iets goed verlopen is, kan je ervoor kiezen om een stapje verder te gaan met het uittesten.
  • Wacht niet te lang met hulp zoeken. Zo voorkom je dat je in een steeds grotere vicieuze cirkel terechtkomt. 
  • Neem contact op met je huisarts of met een gespecialiseerde therapeut.
  • Asem - Dendievel, L. - ISBN 9789492958174
  • Angst. Van monster tot stille kracht - Boer, F. - ISBN 9789058980717
  • Handboek angst- en dwangstoornissen - Balkom, T. van; Visser, S.; Oosterbaan, D.; Vliet, I. van (red.) - ISBN 9789058983183
  • Mijn tijdperk van de angst: angst, hoop en vrees en de zoektocht naar gemoedsrust - Stossel, S. - 9789023484493

Voor kinderen en jongeren:

  • Woordenwolken - Ang, W.; Ramos, F - 9789492784056
  • De behandeling van angst bij kinderen en jongeren. Op basis van cognitieve gedragstherapie en geweldloos verzet. Een gids voor hulpverleners en ouders - Lebowitz, E. R.; Omer, H. - ISBN 9789088508103
  • Kleine Struis. Een voorleesverhaal over bang zijn - Crabeels, K.; Tolman, M. - ISBN 9789401450867
  • Aroe. Vijf dierenverhalen over bang zijn - Benoot, J.; Sylvestre, W. - ISBN 9789044843026

 

Terug