Wat is een borderline persoonlijkheidsstoornis (BPS)?

We hebben allemaal een manier van denken, voelen, doen en relaties aangaan die ons eigen is. Dat noemen we persoonlijkheidstrekken of gedragspatronen. Bij sommige mensen zien we helaas dat die patronen samenleven en samenwerken met anderen quasi onmogelijk maken. Als de problemen gedurende een lange tijd aanwezig zijn en zich ontwikkelden voor de vroege volwassenheid, dan spreekt men in de GGZ van een “persoonlijkheidsstoornis”.

Er zijn heel wat verschillende persoonlijkheidsstoornissen. Tegenwoordig spreken we van een “borderline persoonlijkheidsstoornis (BPS)” als de niet-helpende gedragspatronen vooral gekenmerkt worden door instabiliteit, en dit zowel in emoties (extreme wisselingen, oncontroleerbare woede), gedrag (impulsiviteit, zelfbeschadigend of suïcidaal gedrag), relaties (verlatingsangst, ophemelen en afbreken), identiteit (leegte, wisselend zelfbeeld) en gedachten (met name wantrouwen bij oplopende stress). Het gaat in totaal dus over negen criteria. Om de diagnose borderline persoonlijkheidsstoornis te krijgen zou een persoon aan vijf van de negen criteria moeten voldoen. Dat betekent dat er 256 unieke combinaties van klachten zijn. Daarbij is de manier waarop deze klachten zich uiten voor iedereen uniek. De boodschap hier is vooral dat “dé borderliner” niet bestaat, laat staan dat het helpend zou zijn om op die manier over jezelf of over een ander te praten.

Alarmsignalen?

Toonaangevende experts wijzen er terecht op dat het moeilijk, zo niet onmogelijk, is om vast te stellen waar de normaliteit eindigt en een psychiatrische stoornis begint. En dat is zeker het geval bij persoonlijkheidsstoornissen. Wat is immers het verschil tussen prikkelbaar zijn en ongecontroleerde woede, tussen rouw en leegte, tussen van het leven genieten en impulsiviteit? Wanneer moet je nu precies ongerust zijn? Om te beginnen moet je voor ogen houden dat de diagnose borderline persoonlijkheidsstoornis, ondanks de toenemende bekendheid van de term, op samenlevingsniveau eerder zeldzaam is. In westerse samenlevingen zou ongeveer één op de honderd mensen aan de criteria voldoen. Wellicht is er géén sprake van een persoonlijkheidsstoornis als je klachten ontstonden na de vroege volwassenheid, je daarvoor een hele periode wel richting aan je leven kon geven (vb. job, hobby’s, levensdoelen) en in staat was om stabiele relaties uit te bouwen. Mogelijk is er wel sprake van een persoonlijkheidsstoornis als je al een lange tijd vastloopt in verschillende levensdomeinen, een uitgebreid verleden hebt van psychische problemen, de samenwerking met hulpverleners uitzonderlijke stroef of zelfs helemaal spaak loopt, en als er sprake is van veel nare ervaringen in je jeugd.

Hoe wordt de diagnose gesteld?

Een persoonlijkheidsstoornis vaststellen vergt ervaring, tijd, opleiding en de juiste instrumenten. De screening gebeurt aan de hand van zelfrapportagevragenlijsten. Om de diagnose te stellen worden er gestructureerde interviews gedaan. Bij voorkeur zijn er meerdere contactmomenten én wordt er ook gepraat met de mensen uit je omgeving, zodat er verschillende puzzelstukjes kunnen worden samengelegd. Een diagnose die gesteld werd tijdens een eenmalig consult en op basis van “klinisch aanvoelen” is eigenlijk niet betrouwbaar. Als je de diagnose hebt gekregen zonder dat er een zorgvuldige procedure werd gevolgd en als jij of je naasten ernstige twijfels hebben over de betrouwbaarheid van de diagnose dan raden we aan om een tweede mening te vragen aan een expert die zich heeft toegelegd op persoonlijkheidsmoeilijkheden. 

Bestaat er een behandeling voor een borderline persoonlijkheidsstoornis (BPS)?

Gespecialiseerde, psychologische interventies (zoals Dialectische Gedragstherapie, Mentaliseren Bevorderende Therapie, Schematherapie en Transference Focused Psychotherapy) kunnen ervoor zorgen dat je sneller herstelt van BPS. Als zelfbeschadigend gedrag, ongecontroleerde woede en een patroon van heropnames op de voorgrond staat dan heeft Dialectische Gedragstherapie de breedste wetenschappelijke basis. Dat betekent dat hier het meeste onderzoek naar gedaan is, niet zozeer dat dit voor jou daarom de beste therapievorm is. Dat is immers erg persoonlijk en ook afhankelijk van het zorgaanbod bij jou in de buurt. Wat al deze behandelingen in ieder geval met elkaar gemeen hebben is dat jij de regie behoudt, dat er een duidelijke structuur is, dat er zorgvuldig wordt omgesprongen met gemaakte afspraken, en dat er éen hoofdbehandelaar is. Die behandelaar kan je duidelijk uitleggen waarom die bepaalde interventies doet, reageert kalm en professioneel op zelfbeschadigend gedrag en suïcidaliteit, en kan terecht bij collega’s als die zelf klem komt te zitten. Waar je de therapie krijgt is minder belangrijk dan de expertise van het team. Er is wel consensus onder experts dat je een ziekenhuisopname best beperkt tot die situaties waarin dit echt noodzakelijk is. Voorlopig bestaat er geen medicatie die een persoonlijkheidsstoornis kan ‘genezen’. Soms wordt medicatie wel gebruikt om psychologische interventies te ondersteunen. Sommige medicatie wordt best gemeden omwille van het suïciderisico of het verhoogde risico op verslaving. Spreek hier altijd over met je arts, bij voorkeur met een psychiater.

Hoe ontstaat een borderline persoonlijkheidsstoornis (BPS)?

Sommige experts stellen dat een borderline persoonlijkheidsstoornis het gevolg is van trauma. Daar zit een kern van waarheid in. De meerderheid van mensen met een diagnose BPS rapporteert nare ervaringen in de kindertijd. Emotionele, lichamelijke of seksuele mishandeling komen relatief vaak voor. Dit is echter niet bij alle mensen met de diagnose het geval, en niet iedereen met dergelijke trauma’s ontwikkelt BPS. Andere experts beweren dat een borderline persoonlijkheidsstoornis iets is waar je mee wordt geboren. Ook daar zit waarheid in. Genetica en ongunstige omstandigheden in de baarmoeder (ten gevolge van bijvoorbeeld verslaving of extreme stress bij de moeder) kunnen ervoor zorgen dat iemand geboren wordt met meer aanleg voor negatieve emoties en impulsiviteit. Ook mishandeling of verwaarlozing in de vroege kindertijd kunnen een persoon kwetsbaar maken voor psychische problemen. Opnieuw: dit geldt niet voor alle mensen met borderline persoonlijkheidsstoornis, en veel mensen overleven een extreem uitdagende start in het leven zonder BPS te ontwikkelen.

Best is om simplistische verklaringen te vermijden en ervan uit te gaan dat BPS, net als zowat elk psychisch probleem, het gevolg is van een complex samenspel van verschillende biologische, psychologische en sociale factoren. In dat samenspel ontstaat er in ieder geval een schadelijke wisselwerking tussen een emotioneel kwetsbaar/temperamentvol individu en een sociale omgeving die daar niet mee om weet te gaan. Die omgeving bestaat in de eerste levensfase vooral uit het kerngezin. Vervolgens wordt die omgeving verbreed naar andere familieleden, leeftijdsgenoten, leerkrachten, partners, collega’s, hulpverleners etc. Als mensen -om wat voor reden dan ook- niet goed weten hoe om te gaan met een emotioneel kwetsbaar persoon, dan zien we dat ze geneigd zijn de moeilijkheden te minimaliseren (‘gewoon knop omdraaien’), af te wijzen (‘stop met die aanstellerij’) of te bestraffen (‘nu blijf je in opname tot je weer normaal doet’). De lat wordt afwisselend veel te hoog (‘jij kan alles als je maar je best doet’) of veel te laag gelegd (‘je hoeft het niet te proberen want je hebt het al zo moeilijk’). Hoe goed bedoeld al deze reacties ook mogen zijn, ze brengen weinig zoden aan de dijk. Ze zorgen er vooral voor dat iemand zichzelf steeds meer als gestoord gaat ervaren en het vertrouwen in zichzelf verliest. Misschien is de voornaamste conclusie hier: BPS wordt niet veroorzaakt door een gebrek aan wilskracht of “kiezen voor een leven vol drama”. Mensen met BPS doen wel degelijk hun best om een leven op te bouwen dat de moeite waard is, hoe moeilijk het ook is om dat als buitenstaander te kunnen zien of begrijpen.Deze 

Wat is het verloop?

Het verloop van een borderline persoonlijkheidsstoornis is zo tegenstrijdig als de diagnose zelf. Aan de ene kant is het percentage dat uiteindelijk sterft ten gevolge van een suïcidepoging of risicovol zelfbeschadigend gedrag hoog, namelijk tussen de 3% en 10%. Aan de andere kant heeft BPS een gunstiger verloop dan eerst verondersteld werd. In Canadese en Amerikaanse studies waar ze patiënten met BPS gedurende respectievelijk tien en twintig jaar volgden kwam 80% niet meer in aanmerking voor de diagnose gedurende het grootste gedeelte van de opvolging. Bovendien was herval eerder uitzonderlijk. Slechts 1 op de 3 herviel als ze langer dan 2 jaar stabiel waren. Deze patiënten deden dit grotendeels op eigen kracht. Er kwam amper gespecialiseerde hulp aan te pas. Tegelijk is geen psychiatrische problemen hebben niet hetzelfde als ‘erbij horen’. Slechts een minderheid slaagt erin bevredigende relaties uit te bouwen en werk vast te houden. Dit kan mede verklaard worden door het enorme stigma dat op de diagnose rust.

Kun je zelf iets doen tegen een borderline persoonlijkheidsstoornis (BPS)?

Aangezien borderline persoonlijkheidsstoornis een ernstig probleem is, waar allerlei factoren een rol in kunnen spelen, heeft het eigenlijk weinig zin om hier een lijstje van tips te publiceren. Het voornaamste advies is: als je hulp vraagt, doe dit dan bij een specialist!

Deze literatuurlijst wordt binnenkort aangevuld!

Terug