Dwanggedachten (obsessies) en dwanghandelingen (compulsies) zijn de onlosmakelijk met elkaar verbonden aspecten van een dwangstoornis.
Dwanggedachten zijn méér dan zomaar gedachten die je gedurende langere tijd bezighouden. Het zijn steeds terugkerende gedachten of denkbeelden die akelig en onrustwekkend zijn. Mensen zijn zich er vaak wel van bewust dat ze irrationeel zijn, maar toch helpt dit niet om ze tegen te houden.
Bepaalde rituele handelingen uitvoeren lijkt de enige manier om de dwanggedachten te stoppen. Als mensen met een dwangstoornis verhinderd worden om hun dwanggedrag te stellen, worden ze ook vaak enorm angstig. Dwanghandelingen zijn niet noodzakelijk zichtbaar, ze kunnen zich ook in het hoofd van de persoon afspelen: we spreken dan van gedachterituelen.
Bekende dwanghandelingen zijn was- en poetsdwang, als een antwoord op smetvrees, controledwang, dwanggedachten over geweld of een dwangmatige perfectie of netheid.
Er is niets mis met persoonlijke hygiëne nastreven, je huis graag netjes houden, controleren of het gasfornuis uitstaat of de deur op slot is. Iedereen heeft ook wel enkele persoonlijke ritueeltjes die kunnen helpen met spannende situaties, zoals wanneer je een examen of een sportmatch tot een goed einde wil brengen.
Je wast bijvoorbeeld je handen tot bloedens toe en durft niet meer bij andere mensen op bezoek te gaan wegens je smetvrees. Of je wil zo vaak het gasfornuis controleren dat je er niet meer in slaagt het huis uit te gaan.
De stoornis begint meestal tijdens de jonge volwassenheid en soms al in de kindertijd. De symptomen zijn in het begin vaak eerder onschuldig maar in tijden van stress worden ze erger. Dwangstoornissen komen vrij veel voor, bij ongeveer 2,5 procent van de bevolking. Mensen die erdoor getroffen zijn schamen er zich vaak voor en proberen de dwanghandelingen te verbergen. Maar het is altijd beter om er met je omgeving over te praten en hulp te zoeken.
Hier een filmpje hoe Marie haar OCD beleeft.
Dwangstoornissen zijn meestal vrij goed te behandelen.
Gedragstherapie is de meest aangewezen therapie. In deze therapie worden mensen getraind om de dwanggedachten te doorstaan zonder de dwanghandelingen uit te voeren of via de training worden dwanghandelingen beetje bij beetje afgebouwd. De therapie vergt een grote inzet van de patiënt, maar heeft in 80 procent van de gevallen een goed resultaat.
Ook medicijnen kunnen helpen om de dwangstoornissen te verminderen. Met name de nieuwste vorm van antidepressiva, die inwerken op de opname van serotonine in de hersenen, heeft een goed effect.
Dwangstoornissen ontstaan meestal door een combinatie van biologische, sociale en psychische factoren.
Bepaalde mensen hebben een grotere biologische aanleg voor dwangstoornissen en deze kan ook erfelijk zijn. Bepaalde biochemische processen in de hersenen lopen anders bij mensen met een dwangstoornis dan bij andere mensen.
Ingrijpende gebeurtenissen, zoals het overlijden van een dierbare of een ontslag, zijn de sociale factoren die een dwangstoornis in de hand kunnen werken.
Ook psychische factoren spelen een rol, onder meer slecht raad weten met emoties en spanningen.
Merk je dat je dwanggedachten hebt die je alleen maar kan stoppen door bepaalde handelingen uit te voeren, zoek dan zo snel mogelijk professionele hulp.
Zo vermijd je dat je in een vicieuze cirkel terechtkomt waarbij de dwangstoornis zulke proporties aanneemt dat ze een normaal leven onmogelijk maakt. Een huisarts zal je kunnen doorverwijzen naar een Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg in je buurt of een gespecialiseerde therapeut. Gaat het om een ernstige stoornis, dan kan een opname in een psychiatrisch centrum aangewezen zijn.
Kinderen en jongeren:
Please note, the translation with Google Translate is not always 100% correct, for which we apologize.
We offer this option to translate so that everyone has the chance to view this site in his or her own language.
Activate Translation-bar