Mensen krijgen een diagnose langdurige psychose als ze langere tijd last hebben van psychoses. Psychoses houden in dat je wanen en/of hallucinaties ervaart en verward denkt. Waar men vroeger heel pessimistisch was over het verloop van de aandoening, wordt nu meer en meer de klemtoon gelegd op het herstel.
Bij langdurige psychose spreken we soms van positieve en negatieve symptomen. In de periode met psychoses treden wanen, hallucinaties en vreemd gedrag op. Dat noemt men de positieve symptomen.
Maar mensen kunnen ook zogenaamde negatieve symptomen ervaren. Negatieve symptomen wijzen op dingen die wegvallen. Zo kan het zijn dat mensen weinig energie hebben of weinig emoties tonen. Mensen kunnen het moeilijk hebben om tot activiteiten te komen of sociale contacten aan te gaan.
Schizofrenie - hoe een langdurige psychose lange tijd werd genoemd - betekent niet, zoals veel mensen denken, dat je een gespleten persoonlijkheid hebt. Wel verlies je tijdens de psychotische periodes in meer of mindere mate het contact met de werkelijkheid.
Een andere misvatting is dat mensen met schizofrenie gevaarlijk zijn. Dat klopt niet: mensen met schizofrenie zijn niet vaker agressief dan de gemiddelde Belg, en mensen met een psychische kwetsbaarheid zijn eerder slachtoffer dan dader van geweld.
Het verloop van langdurige psychose is moeilijk te voorspellen. Dat maakt het lastig om een juiste diagnose te stellen en we zien dat diagnoses vaak wisselen over de tijd. Voor sommige mensen is het een chronische aandoening met ingrijpende gevolgen voor zowel de patiënt als de omgeving. De behandeling onderdrukt de symptomen, maar mensen kunnen kwetsbaar blijven voor psychose en 20% van de patiënten reageert minder goed op de behandeling.
Ongeveer één procent van de bevolking krijgt de diagnose langdurige psychose en ongeveer drie procent krijgt te maken met een psychotische stoornis (bv. ook manisch-depressieve stoornis of depressie met psychose). De eerste klachten ontstaan meestal tussen de leeftijd van zestien en dertig jaar. De aandoening komt even vaak bij mannen als bij vrouwen voor, maar bij mannen begint de ziekte doorgaans op een jongere leeftijd.
Medicijnen spelen een belangrijke rol bij de behandeling van langdurige psychose. Antipsychotica kunnen de symptomen van de psychose dempen.
Deze geneesmiddelen hebben helaas vaak vervelende bijwerkingen, zoals gewichtstoename en het dempen van emoties. Mensen vinden het daardoor vaak moeilijk om het gebruik vol te houden. Het is daarom belangrijk om samen met de arts te zoeken naar het medicijn dat het meest geschikt is en de optimale dosis, waarbij een goed evenwicht gezocht wordt tussen het dempen van de psychotische symptomen en het verminderen van bijwerkingen. Waar vroeger medicatie sowieso levenslang werd voorgeschreven, is men nu voorzichtiger. Als men met medicatie wil stoppen, is het in ieder geval belangrijk om dat onder begeleiding van een arts te doen.
Tijdens een psychose kan een opname in een psychiatrisch ziekenhuis aangewezen zijn. Ook gesprekstherapie is een belangrijke component in de behandeling van psychose. Gesprekstherapie kan je helpen om meer inzicht te krijgen in de factoren die bijdragen aan de psychose en deze aan te pakken. Maar het kan ook helpen om signalen van een nieuwe crisis sneller te herkennen en de symptomen te verminderen.
Dankzij individuele en groepstherapie en lotgenotencontact kan je leren beter met je ziekte om te gaan en bijvoorbeeld ook je sociale vaardigheden leren te trainen. Hierbij is het belangrijk om te zoeken naar wat belangrijk is in je leven en daar ook op in te zetten, zoals werk of sociale contacten.
Vroeger had iemand die aan langdurige psychose leed weinig hoopvolle vooruitzichten. Dat is vandaag anders. De nieuwere medicijnen die voorhanden zijn hebben minder nare bijwerkingen. En de nadruk in de behandeling wordt meer en meer op het herstel gelegd.
Dankzij deze nieuwe inzichten in de therapeutische behandeling doen veel mensen met langdurige psychose het vandaag verrassend goed en leiden ze een bevredigend en kwaliteitsvol leven. Bovendien beweegt er veel op het gebied van onderzoek naar betere en nieuwere psychotherapieën, waardoor de hoop groot is dat er nog doeltreffender behandelingen gevonden zullen worden.
Langdurige psychose en andere psychotische stoornissen ontstaan door een combinatie van een biologische kwetsbaarheid en factoren in de omgeving.
Enerzijds is er sprake van een biologische kwetsbaarheid die maakt dat iemand een grotere kans heeft om 1 of meerdere psychoses te ontwikkelen. Genetische aanleg speelt hierbij een rol, bij een eeneiige tweeling die 100 genetisch identiek is, heeft de ene een kans van 50% om een psychotische stoornis te ontwikkelen als de andere een psychotische aandoening heeft. Dit betekent dat er dus ook nog andere factoren een rol spelen. Biologische kwetsbaarheid kan zich uiten in veranderingen in de hersenen, die voornamelijk te maken hebben met een overactief dopamine-systeem – dit is een bepaalde stof in de hersenen, die kan maken dat mensen gevoeliger worden voor de omgeving.
Een psychotische stoornis ontstaat meestal wanneer iemand met een bepaalde biologische kwetsbaarheid in aanraking komt met bepaalde factoren in de omgeving.
Traumatische gebeurtenissen in de kindertijd, zoals gepest worden of misbruik, verhogen een risico op een psychotische stoornis zoals langdurige psychose. Ook opgroeien in de grote stad of een migratie-achtergrond verhogen het risico. Deze ervaringen kunnen leiden tot het gevoel er niet bij te horen of een buitenstaander te zijn. En precies dat lijkt het risico op een psychotische stoornis te verhogen. Ook meer recente stressvolle gebeurtenissen zoals de dood van een dierbaar iemand, een verbroken relatie, een verhuizing of moeilijkheden op het werk, kunnen een psychose uitlokken. Mensen met een gevoeligheid voor psychose lijken in het algemeen meer gevoelig voor een stressvolle omgeving.
Ook het gebruik van cannabis verhoogt het risico op een psychotische stoornis.
Mensen met een diagnose langdurige psychose hebben er alle baat bij goed op hun gezondheid te letten. De jongste generatie antipsychotica heeft invloed op het metabolisme (de stofwisseling), waardoor patiënten kunnen verdikken en hartproblemen kunnen krijgen. Men spreekt dan van het metaboolsyndroom.
Please note, the translation with Google Translate is not always 100% correct, for which we apologize.
We offer this option to translate so that everyone has the chance to view this site in his or her own language.
Activate Translation-bar