• Nieuws
  • “Verslaving is als een extra persoon die traag je leven binnensluipt”

“Verslaving is als een extra persoon die traag je leven binnensluipt”

Dit artikel kwam tot stand via Zorgnet-Icuro en kadert in de artikelenreeks Depressie van Zorgwijzer, in samenwerking met Te Gek!? voor de Wellicht-campagne over depressie

PSYCHIATER EVA DEBUSSCHER & FOTOGRAFE LIEVE BLANCQUAERT

Liefde, depressie en verslaving: het zijn drie thema’s die vaak pijnlijk diep met elkaar verbonden zijn. Psychiater en systeempsychotherapeut Eva Debusscher (Kliniek Sint-Jozef, Centrum voor Psychiatrie en Psychotherapie Pittem) en fotografe Lieve Blancquaert geven lezingen over die drie-eenheid. “Als we bij enkele mensen vooroordelen kunnen wegnemen, is onze missie geslaagd.”

Waar komt het idee vandaan om samen lezingen te geven over liefde, depressie en verslaving?
Eva Debusscher: “Alles begon met de documentaire en expo van Lieve, Tussen ons (een productie van De Chinezen, red), waarbij mensen met een verslaving samen met een dierbare werden geportretteerd en geïnterviewd. Het VAD (Vlaams expertisecentrum voor alcohol, illegale drugs, psychoactieve medicatie, gokken en gamen) bracht ons vervolgens samen. Op de lezing tonen we fragmenten uit de docu, waarna zich een gesprek tussen ons ontspint.”

Lieve Blancquaert: “We hebben intussen al één lezing gegeven en het concept bleek in de smaak te vallen bij het publiek. Het goede aan de documentaire is dat de personages heel herkenbaar zijn: ik denk dat iedereen in het publiek zich wel in een van hen herkende. Maar ik vind het ook belangrijk om zo’n complex thema goed te duiden. Zelf ben ik geen expert: als fotografe en documentairemaker stap ik telkens in een heel ander thema. Door mensen met een verslaving en hun naasten te ontmoeten, heb ik veel over die problematiek geleerd. Maar ik zou mezelf nooit een expert noemen en ik wil ook voorzichtig zijn met grote uitspraken. Daarom vond ik het fantastisch dat Eva mee in die lezingenreeks wilde stappen: zij kan alles heel goed duiden. Zo komen we echt tot een gesprek, waarbij we elkaar vragen stellen en heel dat kluwen van liefde, verslaving en depressie proberen te ontrafelen.”

Debusscher: “Zelf ken ik als beleidspsychiater voor verslavingszorg en systeempsychotherapeut de problematiek vanuit een bepaalde expertise en ervaring. Maar het mooie aan Lieve is dat ze heel intuïtieve vragen durft te stellen, die uit het leven gegrepen zijn. Zoals de kernvraag uit de documentaire: kan je iemand met een verslaving nog graag zien? En moet je jezelf niet beschermen tegen die persoon? Daarmee raakt ze echt de kern.”

Interesse om een lezing met Eva Debusscher en Lieve Blancquaert te boeken? Contacteer ons via [email protected]

Hoe blik jij terug op die docu, Lieve?
Blancquaert: “Als we aan verslaving denken, doemen er spontaan beelden op van vuile, onverzorgde mensen die in een zetel hangen. Maar ik wilde alle betrokkenen op hun mooist tonen. Het werden bijna statieportretten, waarbij je eigenlijk niet kunt zien wie de mens met een verslaving is, en wie de naaste. Dat vind ik zo belangrijk: iedereen weer mens laten zijn, los van vooroordelen. Want vergis je niet: het stigma op mensen die verslaafd zijn is enorm groot, maar het is ook verschrikkelijk zwaar voor hun omgeving. Ook zij zijn slachtoffers. En toch wordt er met de naasten nog maar weinig rekening gehouden. Dat geeft hen heel vaak een gevoel van onmacht.”

Die onmacht lijkt een rode draad doorheen dit thema.
Debusscher: “Dat klopt. Ik vergelijk verslaving soms met een extra persoon - ongewenst en onzichtbaar - die heel traag je leven binnensluipt. Dat voelt voor de omgeving heel vreemd aan: je geliefde gaat zich ineens anders gedragen, lijkt niet meer aanwezig, heeft geen aandacht meer… Sommigen vermoeden zelfs dat hun partner een affaire heeft. Het duurt vaak lang voordat de partner, kinderen en dichte vrienden begrijpen wat er aan de hand is. Maar ook de persoon die een verslaving ontwikkelt, merkt dat niet snel. Zo’n verslaving neemt heel zachtjes je persoonlijkheid over. Contradictorisch genoeg merkt de brede omgeving - vrienden, kennissen, collega’s - soms sneller dat er iets aan de hand is dan de persoon in kwestie en zijn gezin.”

Blancquaert: “Dat beeld van de extra derde persoon die tussen twee geliefden in komt te staan en de relatie kaapt, heb ik ook heel duidelijk gevoeld wanneer ik de duo’s portretteerde. Heel schrijnend.”

Niemand leeft op een eiland. Tegelijk ligt daar - tussen ons - ook een groot deel van het herstel.

De onwetendheid en taboes over verslaving zijn nog heel groot. Hoe komt dat?
Debusscher: “Dat heeft veel te maken met een schadelijke overtuiging, die helaas nog breed gedragen wordt in de samenleving: dat verslaving een kwestie is van te weinig wilskracht. Veel mensen denken dat je gewoon even stevig op je tanden moet bijten om te stoppen, want je wéét toch dat alcohol/drugs/gokken slecht voor je zijn? Maar daarmee gaan ze compleet voorbij aan het complexe medisch-psychiatrische proces dat bij verslaving hoort. Een verslaving verandert je lichaam, hersenen én persoonlijkheid. Het is als een trein waarop je op een bepaald moment springt, en die dan met een rotvaart verder blijft denderen. Eraf springen is bijzonder moeilijk. En het vooroordeel dat je ‘gewoon’ meer wilskracht moet hebben, is vreselijk veroordelend en versterkt het taboe nog.”

Blancquaert: ”Als we heel eerlijk zijn met onszelf, dan hebben we dat vooroordeel allemaal. Ik dacht er zelf ook zo over, voor ik met de documentaire begon. Intussen heb ik veel geleerd, maar toch blijft dat gevoel soms hangen. Helaas ken ik in mijn omgeving ook mensen met een verslaving, en het is heel moeilijk om daarvoor begrip te tonen.”

Debusscher: “Ik vrees dat elke buitenstaander met die overtuiging start. Maar geloof me: veel van mijn patiënten hebben net heel veel wilskracht en karakter. Zij begrijpen zelf niet hoe een verslaving hun leven kon overnemen. En ook hun naasten begrijpen er niets van. Daarom is het zo belangrijk dat zij zoveel mogelijk worden meegenomen in de behandeling. We moeten hen tonen dat verslaving veel gezichten heeft en heel complex is, zodat ze meer inzicht en begrip krijgen.”

Wat zijn belangrijke voorwaarden om een behandeling te doen slagen?
Debusscher: “Bij een ernstige verslaving is een opname soms de enige manier om genoeg afstand te nemen van het verslavende middel en de context waarin het gebruikt wordt. Zo’n opname is vaak ook een begin om - eens fysiek ontnuchterd - het denkveranderingsproces op gang te krijgen. De patiënt moet leren begrijpen wat er precies aan de hand is. En vooral: zichzelf echt leren kennen. Want wie ze tijdens hun verslaving (denken te) zijn, is niet de persoon die nuchter kan blijven. Eenmaal ze meer inzicht hebben in zichzelf, is het ontzettend belangrijk om te werken aan meer steun en verbinding. Dat is uiteraard niet vanzelfsprekend: aan een partner die heel erg heeft afgezien door zo’n verslaving, kun je niet vragen om vanaf dag één weer alle steun te bieden. Dat vraagt een heel proces van verbinding zoeken.”

Die nood aan verbinding lijkt echt wel cruciaal te zijn.
Blancquaert: “Dat zag ik ook bij de duo’s in de documentaire. Wat mensen met een verslaving het meeste nodig hebben, dreigen ze het snelst te verliezen.” 

Debusscher: “Heel vaak beginnen mensen pas aan een behandeling onder druk van hun partner of naasten. Omdat die er bijvoorbeeld mee dreigen de relatie te verbreken. Uiteraard moet je in de eerste plaats voor jezelf stoppen met alcohol, drugs of gokken. Maar wat er ‘tussen ons’ gebeurt - een héél toepasselijke naam voor de documentaire - is van ontzettend groot belang. Een van de psychotherapeutische denkkaders bij onze zorgpaden verslavingszorg is systeemtherapie: de basisovertuiging daarbij is dat psychische problemen vooral hun oorsprong vinden in wat zich tussen mensen afspeelt. Niemand leeft op een eiland. Tegelijk ligt daar - tussen ons - ook een groot deel van het herstel.”

“Jammer dat je van een verslaving geen tandpijn krijgt, dan zouden mensen misschien sneller hulp zoeken.”

Hoe worden naasten betrokken bij de behandeling?
Debusscher: “Ze worden uitgenodigd voor een aantal sessies om de problematiek van verslaving uit te leggen. Dat is geen droog lesje. We treden met hen in dialoog, vragen wat hun ideeën over verslaving zijn en proberen hun inzichten te verbreden. Ook kinderen krijgen uitleg - op maat, uiteraard - en een rondleiding in het ziekenhuis. We proberen de naasten zoveel mogelijk te ondersteunen, naar hen te luisteren en hun noden te erkennen. Soms hebben zij een individueel traject nodig, dan verwijzen we hen door. We hebben de naasten van patiënten echt nodig: herstel heeft veel meer kans op slagen als de patiënt goed omringd wordt. Een deel van de behandeling is een ambulante fase van twee jaar, met verschillende groepstherapieën. Een daarvan is een koppelgroep, waar patiënten samen met hun partners welkom zijn. De koppels kunnen onderling ervaringen uitwisselen en zorgen delen.”

De lezingen gaan over verslaving en depressie. Is er een link tussen die twee?
Debusscher: “In veel gevallen wel, maar het is geen eenvoudig causaal verband. Niet elke mens met een verslaving krijgt een depressie, of omgekeerd. Al is er wel een grote groep mensen met een depressie die in de val trappen van het roesmiddel. Vooral alcohol is heel verleidelijk, omdat het zo alomtegenwoordig en laagdrempelig is. En het doet altijd wat het moet doen: alcohol is als een goede vriend die er altijd is wanneer je hem nodig hebt en meteen verlichting geeft. Het is dus logisch dat mensen die heel diep zitten, daar vaak naar grijpen. Maar op een bepaald moment neemt dat middel het over en komt er dus een verslaving bovenop de depressie. Al werkt het ook soms omgekeerd: wie verslaafd is, raakt mettertijd volledig uitgeput, zowel fysiek als psychisch. Verslaafd zijn is een voltijdse job. Die extreme uitputting kan zeker een trigger zijn om in een depressie te belanden.”

Kan medicatie tegen depressie ook een verslaving triggeren?
Debusscher: “Dat antidepressiva verslavend zouden zijn, is gelukkig een mythe. Wat helaas wél klopt, is dat alcohol ervoor zorgt dat antidepressiva minder goed werken. Het is dus belangrijk om eerst de alcoholverslaving onder controle te krijgen, om ook de depressie goed te kunnen aanpakken. Wat we wel vaak zien, is dat artsen slaap- of kalmeermiddelen voorschrijven aan mensen met een depressie. Dat is een begrijpelijke reflex. Maar als er een onderliggende verslaving speelt - iets wat artsen niet altijd kunnen zien, omdat patiënten die vaak verstoppen - is dat helaas nefast. Slaap- en kalmeermiddelen kunnen namelijk verslavend zijn en zo kan dus een sneeuwbaleffect van nog ernstiger verslaving ontstaan.”

Depressie gaat vaak gepaard met eenzaamheid. Zit daar ook een link met verslaving?
Blancquaert: “Persoonlijk heb ik de indruk dat al die zaken aan elkaar hangen. Het lijkt zelfs een vicieuze cirkel te zijn: mensen die zwaar in de put zitten, zoeken de roes op om rustig te worden. Maar als die zoektocht naar de roes escaleert, wordt het heel moeilijk om hun naasten dichtbij te houden. Dan is die ‘derde persoon’ er: hun omgeving herkent hen niet meer en het komt tot een breuk. Zo belanden mensen in eenzaamheid, waardoor het nog verleidelijker wordt om de roes op te zoeken.”

Debusscher: “Maar ook bij de naasten is die eenzaamheid een heel grote dreiging. Partners en kinderen raken vaak mee geïsoleerd, omdat ze er alles aan willen doen om hun geliefde te redden. Denk maar aan een mama die de schulden van haar gokverslaafde zoon blijft betalen. En die er bovendien met niemand over durft te praten, uit schaamte.”

Blancquaert: “Het is verschrikkelijk hard, maar soms moet je als naaste kunnen zeggen: hier stopt het. Bij de duo’s uit de documentaire kwam dat ook naar voren. Een moeder vertelde dat haar zoon pas besefte dat hij hulp moest zoeken op het moment dat zij hem liet vallen. Zolang ze hem bleef beschermen, werd de verslaving erger.”

Kunnen depressie en verslaving ook samen worden behandeld?
Debusscher: “In het verleden werd verslaving veeleer als een maatschappelijk probleem gezien, in plaats van een geestelijk gezondheidsprobleem. Ook in de hulpverlening zie je soms nog de opsplitsing tussen verslavingszorg en andere geestelijke gezondheidszorg. Gelukkig wordt daar steeds vaker van afgestapt en ontstaat er een geïntegreerde behandeling. Maar niettemin moet je patiënten eerst genoeg zorg en steun geven om nuchter te worden. Dat wordt dan gaandeweg gekoppeld aan trajecten voor andere psychische problemen zoals depressie, trauma of angst. Maar continuïteit van zorg is heel belangrijk, zodat mensen niet hervallen in hun verslaving. We moeten ook altijd opletten voor het fenomeen waarbij mensen enkel hun depressie laten behandelen, maar hun verslaving niet gezien of benoemd wordt. Dan kan die laatste blijven woekeren, waardoor de situatie alleen maar erger wordt. Van de vijftig patiënten met een verslaving die ik nu behandel, zowel in opname als in dagtherapie, neemt ongeveer de helft antidepressiva. Dat is een momentopname, maar het illustreert wel goed hoe nauw de twee problematieken verweven zijn.”

Wachten mensen te lang om hun verslaving te laten behandelen?
Debusscher: “Helaas wel. In de medische wereld bestaat er zoiets als the treatment gap: het verschil tussen het aantal mensen met een bepaalde problematiek en het aantal mensen dat ervoor behandeld wordt. Van álle medische aandoeningen scoort alcoholverslaving het slechtst. Het taboe om hulp te zoeken is verschrikkelijk groot, nog groter dan bij een depressie.”

Blancquaert: “Jammer dat je van een verslaving geen tandpijn krijgt, denk ik soms. Dan zouden mensen misschien sneller hulp zoeken.”

Debusscher: “Het tegendeel is zelfs waar: alcohol doet je geloven dat alles prima met je gaat, zolang je maar blijft gebruiken. Veel van mijn patiënten zien het aanvankelijk niet zitten om te stoppen, precies om die reden. En afkicken is natuurlijk echt geen pretje.”

Het stigma op mensen die verslaafd zijn is enorm groot, maar het is ook verschrikkelijk zwaar voor hun omgeving.

Tot slot: wat willen jullie met de lezingen graag bereiken?
Blancquaert: “Als we bij enkele mensen stigma’s of vooroordelen kunnen wegnemen, is onze missie al geslaagd. Zelf kampte ik daar ook enorm mee en ik voel nog steeds hoe moeilijk het is om die vooroordelen los te laten, ondanks het feit dat ik nu meer begrijp van verslaving.”

Debusscher: “En de kracht van beelden en foto’s is zoveel groter dan van een saaie uitleg. Al mijn medewerkers in Pittem hebben de documentaire gezien en ze waren echt blij: eindelijk zagen ze een manier om onze boodschap enorm aan kracht te doen winnen.”

Blancquaert: “Tijdens onze eerste lezing voelde je ook aan de lichaamstaal in de zaal dat er mensen met gelijkaardige problemen waren. Er zijn zoveel mensen die zelf met een verslaving kampen, of het in hun nabije omgeving zien gebeuren. Maar amper iemand durft dat uit te spreken.”

Debusscher: “Hopelijk kunnen we dat ook bereiken: dat mensen de kracht voelen om uit hun isolement te breken en iemand in vertrouwen te nemen. Maar ook als je in je omgeving iemand ziet worstelen met een verslaving, is het belangrijk om erover te praten. Probeer dat altijd te doen als die persoon nuchter is, praat vanuit jezelf en benoem het gedrag. Als je iemand begint aan te vallen, kan je nooit tot een goed gesprek komen. Maar ik moedig iedereen aan om het toch te proberen, want het kan de eerste stap zijn tot herstel.”

Hopelijk kunnen we met de lezingen bereiken dat mensen de kracht voelen om uit hun isolement te breken en iemand in vertrouwen te nemen.

Is herstel - of zelfs genezing - ooit helemaal mogelijk?
Debusscher: “Mensen kunnen zeker duurzaam nuchter worden. Maar gecontroleerd alcohol gebruiken na een verslaving, dat is eigenlijk niet mogelijk. Dat geldt trouwens ook voor een depressie: je kunt ervan herstellen, maar je moet altijd alert blijven voor herval. Maar ik blijf absoluut geloven in herstel. Dat zeg ik zelfs luidop tegen mijn patiënten bij het begin van de behandeling: ik geloof erin! Verslaving is een problematiek waarin veel moedeloosheid heerst, dus dat zijn mijn collega’s en ikzelf onze patiënten echt verschuldigd.”

Zowel de expo als de documentaire Tussen ons kaderden binnen Roes(t), de vorige campagne van Te Gek!? over alcohol-, drug- en gokproblemen. Ook de lezingen van Lieve Blancquaert & Eva Debusscher leggen een link tussen Roes(t) en de huidige campagne Wellicht (over depressie). Interesse in de lezing? Contacteer Te Gek!? via [email protected] 

TEKST: STEFANIE VAN DEN BROECK BEELD: JONATHAN RAMAEL
Maart 2022

© Zorgwijzer van Zorgnet-Icuro

De tentoonstelling 'Tussen ons' van Lieve Blancquaert en De chinezen kun je tot 31 maart 2022 gratis bezoeken in de bibliotheek van Heuvelland (Wijtschate). Meer info?


Lees ook de andere artikels in deze Zorgwijzer-reeks over depressie, i.s.m. Te Gek!?:  

Terug