Brief van Céline aan haar dochter Cilou

Getuigenis van Céline over postnatale depressie

Liefste Cilou, 

Ik schrijf deze brief om je te vertellen hoe het was om jouw mama te worden. 

Ik was al je mama op de dag dat je in mijn buik begon te groeien en geboren bent. Maar ik ben het geworden na jouw geboorte over een periode van tijd. Mijn verhaal is een beetje anders dan dat van andere mama’s. Ik heb er langer over gedaan om jouw mama te worden, maar het eindigt goed! Dat beloof ik je. 

Toen ik voor het eerst hoorde dat ik van jouw zwanger was, waren papa en ik nogal verrast. Ook al hadden we volop ervoor gekozen om aan kindjes te beginnen, hadden we je niet zo snel verwacht. Maar we waren wel zielsgelukkig. We voelden ons meteen verantwoordelijk over je en waren dus toen al een klein beetje een mama en papa. We wilden ook redelijk snel weten hoe het met je ging, hoe je evolueerde en of je gezond ging zijn. Gelukkig kon de dokter ons daar redelijk snel in gerust stellen. 

Hoe meer jij groeide in mijn buik, hoe meer mama zich zorgen begon te maken of ze wel voor jou kon zorgen en of alles goed ging verlopen.

Hoe meer jij groeide, hoe meer mama zich zorgen begon te maken of ze wel voor jou kon zorgen en of alles goed ging verlopen. Ik kreeg namelijk redelijk wat griezelverhalen te horen rondom mij over hoe ik jou ter wereld ging brengen en over hoe het was om de eerste maanden mama te zijn. 

Maar ik wou mij niet zomaar van mijn lood laten slaan. Dan kenden ze je mama nog niet. Dus ben ik op zoek gegaan naar informatie om mij op jouw komst voor te bereiden. En zo ging ik van de griezelverhalen naar een sprookje. Mijn kleine prinses en ik gingen het wel redden samen met de hulp van papa. 

Je kan je helemaal niet voorbereiden op de komst van een kleine baby.

Na je een goeie acht maand gedragen te hebben in mijn buik, liet je mij op zondagochtend 24 januari weten dat je de wereld wou zien. Maar ik was er klaar voor. Ik had me goed voorbereid, dacht ik. Er was echter één iets wat ik op dat moment nog niet besefte. Je kan je helemaal niet voorbereiden op de komst van een kleine baby. Elk kind is namelijk anders en elke bevalling is ook anders. Dus hoe goed ik mij ook voorbereid had en ik de situatie wou controleren, ging dat eigenlijk niet. 

De bevalling, mijn lieve Cilou, was voor ons beiden hard werken. Jij wou wel de wereld zien, maar je wou dit niet te snel doen. Omdat mama een bacterie heeft, iets waar jij ziek van kon worden, mocht je niet te lang in mama’s buik blijven. Dus hielpen de verplegers en de dokter mij om jou op de wereld te zetten. Ook papa gaf mij de nodige steun tijdens de bevalling. 

Ik was je mama, maar mijn gevoel was het daarmee niet eens.

Toen je eenmaal geboren was, had je na dat harde werken honger. Omdat borstvoeding gezien wordt als magische melk voor je kleintje, bood ik je dat natuurlijk aan. En dat ging gelukkig vrij vlot. Alleen had ik nog wat magisch licht verwacht bij jouw geboorte. Ik was je mama, maar mijn gevoel was het daarmee niet eens. Ik maakte mij wel een beetje zorgen daarover. Blijkbaar was er toen al een donker wolkje dat boven de zonneschijn hing. En dat wolkje verdween niet tijdens ons verblijf in het ziekenhuis. 

Toen we thuiskwamen met jou, werd het wolkje groter en groter. Je had namelijk veel magische melk nodig omdat je snel groeide. En je darmen leken nog een beetje achter te blijven op de groei. Je had namelijk veel last van krampjes. De enige manier waarop je dit duidelijk kon maken was wenen. Want als je krampjes hebt en groeit, doet dat veel pijn. Omdat mama al zo moe was, je veel melk nodig had en ik het gevoel had dat ik ook nog eens altijd voor jou wou klaar staan, zag ik alleen nog maar een grote donkere wolk. Mama dacht nog even dat de donkere wolk wel ging overwaaien. Dat dacht ook de vroedvrouw. Maar dat was niet zo. 

Ik luisterde naar mijn buikgevoel en wist dat dit niet normaal was, dus zocht ik hulp. Ik had mensen nodig die wisten wat ik doormaakte en die mij daarbij konden helpen.

Mijn sprookje bleek toch anders te lopen dan al die sprookjes van andere mama’s. Ik kon jou precies niet troosten, dacht dat ik niet gemaakt was om voor jou te zorgen en dat ik te naïef was geweest in mijn kinderwens. Ik maakte mij ook continu zorgen om jou, over mezelf, over de toekomst … Ik kon niet meer stoppen met denken. Ik werd bang van het idee dat ik voor jou alleen moest zorgen. Zeker toen papa vertelde dat hij dan terug moest gaan werken, ook al was dat van thuis uit. Ik had ook heel sterk het gevoel dat niemand mij begreep of wou begrijpen. Ik kon precies bij niemand terecht. 

Ik luisterde toen ook naar mijn buikgevoel en wist dat dit niet normaal was, dus zocht ik hulp. Ik had mensen nodig die wisten wat ik doormaakte en die mij daarbij konden helpen. Door de folder in het ziekenhuis ‘Wolk in je hoofd’ had ik die hulp gevonden op het internet. Ondertussen had mama ook een vriendin die open en eerlijk was geweest over haar sprookje. Zij had het ook even heel moeilijk toen ze voor de eerste keer mama werd. Maar ze zei dat dit ook weer over gaat. De zonneschijn komt terug, dat verzekerde ze me. Ook al zag ik dat niet. Het was ondertussen heel donker geworden. 

Ze zeiden dat ik er te veel van verwachtte en dat ik het te perfect wou doen. 

Hulp zoeken is één ding, maar de familie om je heen moet je ook nog volgen. Zij willen je ook helpen op hun manier. Papa, pappie en mammie dachten dat ze mij op hun eentje konden helpen. Het heeft een tijdje geduurd eer ze door hadden dat ik hulp van buitenaf nodig had. Ook voor hen was het niet gemakkelijk. Papa heeft namelijk eerst een tijdje voor jou alleen gezorgd voor ik in het speciale ziekenhuis met jou terecht kon. En dan moest hij opeens wat meer afstand nemen. 

Pappie en mammie zagen alleen maar dat hun dochter, kindje, hulp nodig had. Maar ze dachten ook dat ik het veel dramatischer voorstelde dan dat het eigenlijk was. Ik zorgde toch voor jou? En ik deed dat toch goed? Ik wou toch kindjes? Ze zeiden dat ik er te veel van verwachtte en dat ik het te perfect wou doen. Je meter was echter een luisterend oor toen. En ook je peter zorgde ervoor dat je mama toch heeft doorgezet in het zoeken van hulp. 

Mama was enorm blij dat ze terechtkon in een speciaal ziekenhuis voor allemaal mama’s die worstelen met donkere, zwarte wolken.  

In sprookjes heb je altijd een fee, tovenares, elfje … die komen helpen als je het licht even niet meer ziet. Zo zie ik Karus en alle mensen die werken op de afdeling Moeder & Baby. Dat is een speciaal ziekenhuis voor allemaal mama’s die worstelen met donkere, zwarte wolken. Mama was enorm blij dat ze er terecht kon. 

Zij brachten stap voor stap, uur per uur, dag voor dag kleine beetjes licht. Zij brachten mij bij hoe het kwam dat ik alleen maar een donkere wolk zag. Daardoor kon ik de situatie beter begrijpen, maar ook je papa, pappie en mammie. Daarnaast waren er andere mama’s die hetzelfde verhaal hadden als ik en ik voelde me helemaal niet meer alleen. Ze brachten mij ook bij hoe ik een mama voor jou kon zijn wanneer ik zelf dacht dat ik het niet kon. 

Mijn liefste Cilou, het was een lang en soms pijnlijk verhaal. Maar wel eentje met een goed eind. Ik werd namelijk steeds meer verliefd op mijn prinses. Jij bent mijn sprookje! 

Samen met de steun van je oma en opa’s, tantes en nonkels, werd ik jouw mama. 

Mijn liefste Cilou, het was een lang en soms pijnlijk verhaal. Maar het is wel eentje met een goed eind. Ik werd namelijk steeds meer verliefd op mijn prinses. Jij bent mijn sprookje! 

Eentje waarvoor ik alles over heb. En er verschijnen wel nog eens wolkjes, maar mama ziet altijd haar zonnestraal erdoor en weet hoe ze die wolken nu kan laten verdwijnen. Ik word wel nog af en toe herinnerd aan de beginperiode, die heel moeilijk was. Dat is niet altijd fijn. Maar jou zien maakt altijd alles goed! 

Ik hou van je, mijn liefste prinses. 

 


Terug