Als je psychische of verslavingsproblemen hebt, krijg je vaak ook te maken met de vooroordelen van anderen. Soms worden die vooroordelen uitgesproken: ‘mensen met een psychische aandoening of verslaving zijn onvoorspelbaar, onbetrouwbaar’. Vaak zijn ze subtieler: je merkt dat mensen niet goed weten hoe te reageren of meewarigheid en medelijden uitstralen. Ook binnen de hulpverlening kan je soms het gevoel krijgen dat je geen gelijkwaardige gesprekspartner bent.
De vooroordelen kunnen een belemmering zijn voor je herstel en bij het weer oppakken van sociale rollen, zoals die van ouder, student, buur of werknemer. Het stigma kan ook een sterke weerslag hebben op jezelf. Je gaat je daardoor steeds ongemakkelijker en onzekerder voelen. Je durft soms zelfs niet met familie of goede vrienden over je problemen te praten.
Een patiënt verwoordt het als volgt: ‘Iedere keer als iemand zei dat ik iets niet kon, kreeg ik een deuk in mijn zelfvertrouwen. Je gaat de negatieve dingen die anderen over jou zeggen ook geloven.’
(bron: SamenSterkZonderStigma)
Soms zijn de gevolgen van stigma erger dan de aandoening zelf. "Alsof je er een tweede ziekte bij krijgt", zei ooit iemand. Want vooroordelen kunnen er ook toe leiden dat mensen hun gedrag gaan veranderen: je niet meer opzoeken of zelfs gaan mijden, je het huis dat je wou huren of de job die je wou weigeren, je verwijten, ... En dan spreken we over discriminatie.
Please note, the translation with Google Translate is not always 100% correct, for which we apologize.
We offer this option to translate so that everyone has the chance to view this site in his or her own language.
Activate Translation-bar